Luc Smits van Oyen
ECB overweegt een digitale euro om stablecoins te bestrijden
De Europese Centrale Bank heeft onlangs uitspraken gedaan over de mogelijke behoefte aan een CBDC (Central Bank Digital Currency) of digitale euro om te voorkomen dat “kunstmatige valuta’s” nog meer de overhand krijgen in grensoverschrijdende betalingen.
In de ECB’s jaarlijkse kijk op de euro, genaamd “The international role of the euro”, uiten de economen Massimo Ferrari en Arnaud Mehl hun zorgen omtrent de opkomst van kunstmatige valuta’s die geleid wordt door buitenlandse tech giganten. Het lijkt erop dat ze hier doelen op Facebook’s Diem project:
"Een punt van zorg zou een situatie kunnen zijn waarin binnenlandse en grensoverschrijdende betalingen worden gedomineerd door niet-binnenlandse aanbieders, waaronder buitenlandse tech giganten die in de toekomst mogelijk kunstmatige valuta's gaan aanbieden."
“Buiten dat dit een dreiging voor de stabiliteit van het financiële systeem is, zouden individuen en bedrijven ook onderhevig kunnen worden aan een select groepje dominante aanbieders met een enorme marktmacht,” voegde het duo eraan toe.
De ECB loopt al langer rond met zorgen omtrent de opkomst van kunstmatige valuta’s of stablecoins in Europa en heeft eerder al Europese wetgevers gevraagd om een veto recht met betrekking tot particuliere stablecoin-projecten zoals Facebook’s Diem-munt.
De ECB wilt de eventuele lancering van een digitale euro voorzichtig aanpakken, waarbij ECB-voorzitter Christine Lagarde in januari opmerkte dat "het veel tijd zal kosten om ervoor te zorgen dat het veilig is", en eraan toevoegde: "Ik hoop dat het niet meer dan vijf jaar zal duren".
In het rapport van Ferrari en Mehl over "CBDC's en wereldwijde valuta's" wordt een afweging gemaakt van verschillende scenario's waarin de noodzaak om een digitale euro uit te geven belangrijk kan worden.
De economen legde de nadruk op de noodzaak om te concurreren met grote techbedrijven voor betalingsproducten en -diensten, en merkten op dat het samenvoegen van een digitale euro met aanvullende diensten een manier zou kunnen zijn om dat te doen:
"Een CBDC zou de digitalisering van de informatie-uitwisseling bij betalingen efficiënter kunnen maken door middel van e-facturen, e-ontvangsten, e-identiteit en e-handtekening, waardoor tussenpersonen diensten met een grotere toegevoegde waarde kunnen aanbieden tegen lagere kosten."
Volgens het rapport kan de invoering van de digitale euro ook bijdragen aan het verbeteren van de huidige grensoverschrijdende betalingsinfrastructuren. De auteurs kwamen tot de conclusie dat een digitale euro het gebruik van kunstmatige valuta’s voor internationale transacties overbodig zou kunnen maken en de daarmee gepaarde kosten zou kunnen verlagen, waardoor uiteindelijk de uitbreiding van de wereldwijde e-handel efficiënter kan verlopen.
Ferrari en Mehl stelden ook dat er een aantal kenmerken van een CBDC belangrijk zouden kunnen zijn voor het wereldwijde bereik ervan, en benadrukte dat het gebruik van een digitale euro moet worden gestimuleerd door interoperabiliteit, de anonimiteit van gebruikers, en de mogelijkheid om offline betalingen te verrichten.
De twee economen konden er echter niet omheen dat volledige anonimiteit niet mogelijk zal zijn, maar dat er een fundament aan basiskennis van CBDC-gebruikers moet zijn om zo grip te hebben op mogelijk misbruik van fondsen voor bijvoorbeeld terrorismefinanciering, witwassen en andere criminele activiteiten.
In de ECB’s jaarlijkse kijk op de euro, genaamd “The international role of the euro”, uiten de economen Massimo Ferrari en Arnaud Mehl hun zorgen omtrent de opkomst van kunstmatige valuta’s die geleid wordt door buitenlandse tech giganten. Het lijkt erop dat ze hier doelen op Facebook’s Diem project:
"Een punt van zorg zou een situatie kunnen zijn waarin binnenlandse en grensoverschrijdende betalingen worden gedomineerd door niet-binnenlandse aanbieders, waaronder buitenlandse tech giganten die in de toekomst mogelijk kunstmatige valuta's gaan aanbieden."
“Buiten dat dit een dreiging voor de stabiliteit van het financiële systeem is, zouden individuen en bedrijven ook onderhevig kunnen worden aan een select groepje dominante aanbieders met een enorme marktmacht,” voegde het duo eraan toe.
De ECB loopt al langer rond met zorgen omtrent de opkomst van kunstmatige valuta’s of stablecoins in Europa en heeft eerder al Europese wetgevers gevraagd om een veto recht met betrekking tot particuliere stablecoin-projecten zoals Facebook’s Diem-munt.
De ECB wilt de eventuele lancering van een digitale euro voorzichtig aanpakken, waarbij ECB-voorzitter Christine Lagarde in januari opmerkte dat "het veel tijd zal kosten om ervoor te zorgen dat het veilig is", en eraan toevoegde: "Ik hoop dat het niet meer dan vijf jaar zal duren".
In het rapport van Ferrari en Mehl over "CBDC's en wereldwijde valuta's" wordt een afweging gemaakt van verschillende scenario's waarin de noodzaak om een digitale euro uit te geven belangrijk kan worden.
De economen legde de nadruk op de noodzaak om te concurreren met grote techbedrijven voor betalingsproducten en -diensten, en merkten op dat het samenvoegen van een digitale euro met aanvullende diensten een manier zou kunnen zijn om dat te doen:
"Een CBDC zou de digitalisering van de informatie-uitwisseling bij betalingen efficiënter kunnen maken door middel van e-facturen, e-ontvangsten, e-identiteit en e-handtekening, waardoor tussenpersonen diensten met een grotere toegevoegde waarde kunnen aanbieden tegen lagere kosten."
Volgens het rapport kan de invoering van de digitale euro ook bijdragen aan het verbeteren van de huidige grensoverschrijdende betalingsinfrastructuren. De auteurs kwamen tot de conclusie dat een digitale euro het gebruik van kunstmatige valuta’s voor internationale transacties overbodig zou kunnen maken en de daarmee gepaarde kosten zou kunnen verlagen, waardoor uiteindelijk de uitbreiding van de wereldwijde e-handel efficiënter kan verlopen.
Ferrari en Mehl stelden ook dat er een aantal kenmerken van een CBDC belangrijk zouden kunnen zijn voor het wereldwijde bereik ervan, en benadrukte dat het gebruik van een digitale euro moet worden gestimuleerd door interoperabiliteit, de anonimiteit van gebruikers, en de mogelijkheid om offline betalingen te verrichten.
De twee economen konden er echter niet omheen dat volledige anonimiteit niet mogelijk zal zijn, maar dat er een fundament aan basiskennis van CBDC-gebruikers moet zijn om zo grip te hebben op mogelijk misbruik van fondsen voor bijvoorbeeld terrorismefinanciering, witwassen en andere criminele activiteiten.