Na ruim vier jaar juridische strijd is er eindelijk een schikking bereikt tussen Ripple Labs en de Amerikaanse financiële toezichthouder, oftewel de Securities and Exchange Commission (SEC). De kern van de zaak: Ripple werd in 2020 aangeklaagd voor de vermeende verkoop van niet-geregistreerde effecten via hun digitale valuta XRP. Aanvankelijk eiste de toezichthouder een boete van maar liefst $2 miljard, maar uiteindelijk is een akkoord bereikt voor een aanzienlijk lager bedrag van $50 miljoen.

Deze uitkomst komt nadat eerder al werd vastgesteld dat de verkoop van XRP aan particuliere beleggers via handelsplatformen niet als effectentransactie werd beschouwd. Tegelijkertijd oordeelde de rechter dat institutionele verkopen – goed voor zo'n $728 miljoen – wel onder die definitie vielen.

Een belangrijk signaal voor transparantie in de cryptomarkt

De toezichthouder heeft nu officieel bevestigd dat Ripple, samen met CEO Brad Garlinghouse en Executive Chairman Chris Larsen, een totaalbedrag van $50 miljoen betaalt ter afwikkeling van de zaak. Daarvan gaat het volledige bedrag naar de toezichthouder; de resterende $75 miljoen die eerder apart was gezet, keert terug naar Ripple zelf.

In juli 2023 werd Ripple door de rechter veroordeeld tot een boete van $125 miljoen. De nu bereikte overeenkomst van $50 miljoen – onder goedkeuring van de rechter – vervangt dat eerdere bedrag.
Voor iedereen die actief is binnen de cryptowereld, betekent dit meer duidelijkheid en minder juridische ruis. En met XRP als vierde grootste cryptomunt wereldwijd, met een marktkapitalisatie van meer dan $132 miljard, is dit niet zomaar een detail – dit is een signaal van volwassenwording binnen de branche.